Binnen OntwikkelingsGericht Onderwijs, -kortweg OGO-, gaan we ervan uit dat, willen kinderen tot leren komen, ze nieuwsgierig mogen zijn, (zelf)vertrouwen hebben en openstaan voor de wereld om hen heen. Binnen ons onderwijsaanbod staan enerzijds het veiligstellen van de basis (nieuwsgierigheid, zelfvertrouwen en openheid) en anderzijds het creëren van uitdagende situaties centraal. Bij alle activiteiten staan het spel en onderzoek centraal. Uitgangspunt bij deze activiteiten zijn de drie B’s:
- Kinderen hebben betekenisvolle, gezamenlijke activiteiten nodig om tot ontwikkeling en tot leren te komen.
- De professionals bemiddelen. Zij zoeken naar een aanbod dat voor kinderen zelf interessant en van betekenis is en bevorderen dat ze zich goed ontwikkelen en veel leren.
- Het doel is een brede ontwikkeling; basisvoorwaarden, persoonsontwikkeling en specifieke kennis en vaardigheden in samenhang. Ontwikkeling is een samenhangend geheel. Het gaat om ‘hoofd, hart en handen’.
Binnen ons onderwijs maken wij gebruik van de doelencirkel van basisontwikkeling (OGO).
Basisontwikkeling van het kind
In de binnenste cirkel vinden we de volgende begrippen: zelfvertrouwen hebben, nieuwsgierigheid en emotioneel vrij zijn. Dit bevindt zich in de kern, ook wel de spil van alle opvoedings- en onderwijsleerprocessen genoemd. Als dit niet in balans is, zal een kind moeite hebben met leren en het ontwikkelen van zichzelf.